Alle berichten van Golden Eagle travel

Plan reis naar prairievolken aug/sep 2020

Door Corona is deze reis uiteraard niet doorgegaan. Het is nog niet duidelijk hoelang de vlieg/reisbeperkingen nog zullen zijn. Intussen heb ik ook besloten dat ik geen groepen meer ga begeleiden als ‘reisleider’. Wel zal ik iedereen die daar behoefte aan heeft graag adviseren over routes, vliegtickets en andere informatie die van belang is bij een reis naar indiaanse volken.

Onderstaand is een mogelijke route. Hier zijn we uitgegaan van een reis van drie weken met start in Denver en eindigend in Bozeman Montana, vanwaar we terugvliegen. Deze reis duurt 21 dagen uit en thuis.

Dag 1.
Vertrek vanuit Amsterdam naar Denver. Er moet één keer worden overgestapt.
Je kunt met een Amerikaanse maatschappij vliegen. Er wordt eerst naar een zogenaamde ‘HUB’ gevlogen, bijvoorbeeld Washington DC of Chicago. Daar moet  je dan door de security en douane, met de bagage, die je daarna weer afgeeft voor de vlucht naar Denver. Het voordeel is wel dat in Denver je zo de bagage van de band kunt halen en er geen controle meer is.

Je kunt ook vliegen met Icelandair, dan is de overstap op het vliegveld van Reykjavik. Daar wordt de bagage achter de schermen doorgesluisd naar de vlucht naar Denver. Alleen je paspoort wordt gecontroleerd en er is meestal een veiligheidscontrole. Het nadeel is dan wel dat in Denver je door de security en douane moet, als je een beetje ‘gaar’ bent van de lange reis.

Je huurauto ophalen kan direct als je aankomt, maar dat kan soms erg traag gaan en je bent waarschijnlijk gaar van de lange reis en je wilt naar het motel. Reserveer liever een motel niet ver van het vliegveld en laat je door de motel shuttle ophalen. Je gaat dan de volgende ochtend met de shuttle terug naar het vliegveld en vandaar met de shuttle naar het verhuurbedrijf, bijvoorbeeld ALAMO. Je gaat dan in daglicht op je gemakje met je huurauto de weg op.

Dag 2.
Het is een goed idee om eerst naar de dichtstbijzijnde Walmart te rijden om boodschappen te doen. O.a. een Rand McNally Road atlas en een flinke koelbox en wat levensmiddelen en water. Water uit de kraan is over het algemeen niet lekker, een chloorsmaak. Bij o.a. de Walmart koop je voor weinig geld goed water in jerrycans van een gallon.
Daarna de Interstate 70 West, de Rockies in. De bestemming is Estes Park – Rocky Mountain National Park. Niet rechtstreeks, maar via het plaatsje Nederland. Zo maar omdat het leuk is en een prachtige rit. Overnachten ergens rond Estes Park en maak daar een prachtige rit naar het Alpine visitor center over de ‘Old Fall River Road’ (bijna 12.000 Feet – 3.650 mtr).
Je kunt ook de Ivia de I 70/I 270 naar de I 25 Noord rijden. Dat scheelt tijd en ben je sneller bij Estespark.
Of Estespark overslaan en de I 25 Noord blijven volgen tot Orin, waar je highway 18 oost neemt naar Fort Robinson (richting Crawford/Chadron). Een goede lunchstop is in Chugwater, de www.thestampedesaloon.com/

In plaats van direct naar Fort Robinson te rijden kun je een detour naar Fort Laramie maken waar heel veel verdragen zijn gesloten met de indianen. Alle verdragen zijn eenzijdig verbroken door de blanken.

We rijden via Chadron en het stadje Pine Ridge naar Kyle. Dat is de enige plaats op het reservaat waar een motel is. We bezoeken daar o.a. de bibliotheek, die heel belangrijk is voor het reservaat.

Bezoek aan Wounded Knee, waar een paar honderd ouderen, vrouwen en kinderen werden vermoord door de 7e cavalerie van het Amerikaanse leger. Overnachten in Kyle.

Dag 7.
We bezoeken een pow wow, op de eerste maandag van september – Labourday. Ergens op het reservaat is dan altijd een pow wow. Overnachten in Kyle.

Dag 8.
Een hele dag om de Badlands te verkennen. Via Interior (Ben Reifel Visitor Center), naar het ‘spookstadje’ Scenic. Als het goed is komen we onderweg bizons tegen. Overnachten in Rapid City.

Dag 9.
Rit door de Black Hills, met een bezoek aan Crazy Horse Mountain, Black Elk Peak, die eventueel ‘beklommen’ kan worden als het weer goed is. Het resultaat is een prachtig uitzicht op de verre omgeving. Dit is het hoogste punt tussen de Black Hills en de Franse Alpen. Ook gaan we op zoek naar Bizons, eventueel naar Custer State Park, waar een grote kudde bizons is. Overnachten in Rapid City.

Dag 10.
Vanuit Rapid City richting Bear Butte bij Sturgis. Gelegenheid om naar de top te ‘lopen’. Dit is een stuk makkelijker dan Black Elk peak. Op en rond Bear Butte voeren vooral de Cheyenne en de Lakota regelmatig ceremonies uit. We overnachten wellicht weer in Rapid City, minder dan een uur vanuit Sturgis. Dan kunnen we de bagage lekker een paar dagen in de hotelkamer laten staan.

Dag 11.
Na een bezoek aan bijvoorbeeld The Journey Museum, en/of Prairie Edge, rijden we op ons gemak naar Devilstower, (indiaanse naam Mata Tipila). We overnachten in of rond Hulet.

Dag 12.
We nemen ruim de tijd voor Mata Tipila. En nee…. die gaan we niet beklimmen. We kunnen vandaag verder rustig aan doen en weer overnachten in Hulet.

Dag 13.
Een flinke rit naar het Little Bighorn Battlefield, zo’n 300 km – ca 4uur rijden. We kunnen een stop maken bij de St Labre Indian School in Ashland. Een goed georganiseerde school voor een groot deel voor Cheyenne en Crow kinderen. Wel jammer dat de nadruk erg wordt gelegd op de (katholieke) godsdienst in vrijwel alle activiteiten.

Dag 14.
Op ons gemakje rondkijken op het battlefield van Little Bighorn, waar Custer zijn Waterloo vond.

Dag 15.
Een rit de bergen in naar het Medicine wheel.

Dag 16.
Een volle dag verblijf in Cody met voldoende tijd om het Buffalo Bill Cultural Center te bezoeken. Zeer de moeite waard.

Dag 17 en 18.
Bezoek Yellowstone Park.

Dag 19.
Nog een ochtend in Yellowstone Park en dan een mooie rit naar Bozeman (of Belgrade).

Dag 20.
Auto inleveren en vlucht terug naar huis vanaf het vliegveld bij Belgrade/Bozeman.

Het is moeilijk om in deze rare tijd een idee te geven van de kosten voor zo’n reis. Worden de vliegtickets na corona goedkoper of juist duurder. Hoe zit het met de motels en restaurants in de VS? Veel kleinere bedrijven zullen het niet redden en dus bestaat de kans dat je afhankelijk bent van de duurdere hotel ketens. Ook de autohuur speelt een belangrijke rol bij de totale kosten. Het is hoe dan ook het beste om een eventuele reis niet in 2021 te gaan maken, maar een extra jaartje te wachten in de hoop dat alles dan weer redelijk normaal zal zijn.


Share

Bezoek aan de St Labre school (Crow/Cheyenne)

Door Hans Schuit, reisdeelnemer

Deze school ligt in Ashland, op de grens van het Northern Cheyenne reservaat in Montana. Hij is in 1884 gesticht door de zusters Ursulinen. De school die op dit moment onderwijs verzorgt voor meer dan 700 kinderen en adolescenten was het eerste project dat door de NANAI financieel werd ondersteund (meer dan 40 jaar geleden).

Wat begon als een ‘small tour’ veranderde door het enthousiasme van onze ‘gids’, Lynette Myrstol, in een twee uur durende rondleiding. Rode draad in haar verhaal is dat de school weliswaar ‘katholiek’ was, maar nadrukkelijk op zoek is naar de verbinding tussen de waarden en normen vanuit het katholieke geloof en die van de Indiaanse gemeenschap. Die verbinding is een voortdurende zoektocht, waarvoor geen panklare recepten bestaan.

Ik zelf, katholiek opgevoed maar inmiddels een jaar of 30-35 uitgeschreven – en in mijn jeugd gefascineerd door Arendsoog en Witte Veder, Winnetou en Old Shatterhand – was en ben benieuwd naar de manier waarop zo’n school zoekt naar verbindingen tussen Indiaanse cultuur en het katholicisme.

Lynette Myrstol maakte bij de start al duidelijk dat de school in de eerste jaren veel fouten heeft gemaakt: het afkeuren van de Indiaanse taal en cultuur. Het allerergste voorbeeld was misschien nog wel het haren afknippen bij de Indiaanse kinderen die de school bezochten. Inmiddels verzorgt de school met de hulp van ouders en andere vrijwilligers onderwijs in de eigen taal en cultuur. Daarnaast wordt ook serieus werk gemaakt van een min of meer regulier programma op het niveau van de Elementary School en de High School. Hiervoor ontvangt de school geen overheidsbijdrage. De school is puur afhankelijk van giften.

‘Onderwijs is geen doel op zich’ voor de school volgens Lynette. Het gaat St. Labre eerder om vorming tot mensen die zelf verantwoordelijkheid kunnen dragen, een zelfstandig bestaan kunnen opbouwen en een bijdrage kunnen leveren aan hun gemeenschap. Veel Indiaanse normen en waarden komen overeen met de waarden van het Katholicisme. Dat is ook altijd mijn overtuiging geweest. Islam, Christendom en Jodendom komen in de kern met elkaar overeen. De kernwaarden worden alleen door mollahs, rabbijnen en priesters vaak vervormd om andere, meestal wereldse doelen te dienen. Ik weet dat het Christendom veel waarde hecht aan rentmeesterschap (= verantwoord omgaan met de natuurlijke rijkdommen), dat er binnen de Islam een stroming is die sterke trekken van het humanisme vertoont, dat de Joodse filosoof Spinoza uitgekotst werd door de eigen rabbijnen en geloofsgemeenschap. Eigenlijk is de basis van alle religies een boodschap van liefde en respect voor andere mensen en voor de natuur.

Zonder het zelf in actie gezien te hebben – de leerlingen waren naar huis (vrijdagmiddag) – ben ik overtuigd van de goede intenties van de mensen van St. Labre om de verbinding te zoeken tussen de Indiaanse wereld en de wereld van het Katholicisme. In de kerk zijn geen banken maar losse stoelen, zodat er ruimte gemaakt kan worden voor dansers en zangers/drummers, de priester leidt de kerkdienst in een mooi Indiaans versierd gewaad van hertenvel. Maar het blijft wel het integreren van Indiaanse elementen in een Katholieke eredienst, en niet andersom. Ook doet het wat vreemd aan dat Indiaanse kinderen uit klas 1 en 2 van de basisschool tekeningen maken waarin zij Jezus vragen om hen te helpen om naar hun ouders te luisteren of – grappig – ervoor te zorgen dat zij hun tanden poetsen.

Aan de andere kant zie ik dat de school moeite doet om kinderen goed te voeden (voor de externen ontbijt en lunch, voor de internen 24/7), aandacht te geven aan sociale veiligheid: de slaapzalen voor de internen (85 kinderen) hebben geen deuren. Daarnaast wordt er serieus werk gemaakt van lessen in de eigen taal en cultuur. Daarom ben ik geneigd om de mensen van St.Labre het voordeel van de twijfel te geven. Ik ervaar veel betrokkenheid bij de mensen die we gesproken hebben om de kinderen te leiden naar een leven als verantwoordelijke volwassenen. Dat zou ik de kinderen op de wachtlijst van St. Labre ook gunnen ….

 

 

Share

Little Bighorn Battlefield

Vandaag is de dag van Little Big Horn. Hier vond generaal Custer zijn Waterloo. Grote groepen indianen hadden zich verzameld bij de rivier de Little Bighorn. Zij waren niet van plan om zich te schikken naar de wil van de blanken om zich over te geven en naar reservaten te laten voeren. Twee bekende leiders voerden deze grote groep aan; Crazy Horse en Sitting Bull.

Custer en zijn zevende cavalerie waren vast besloten dat zootje ongeregeld gevangen te nemen, of liever nog af te maken. Toen hij in de buurt van het indiaanse kamp kwam waarschuwden zijn Crow gidsen dat het onverstandig zou zijn om met de beschikbare soldaten in de aanval te gaan omdat de overmacht te groot was. Zij hadden duizenden paarden gezien langs de rivier. Maar Custer wilde doorzetten zonder goed doordacht plan. Hij was niet bang voor een handjevol wilden. Het liep voor hem slecht af. De blanke geschiedenis vertelt nog steeds over ‘de last stand’ van Custer. Hij hield tot het laatst stand tegen de overmacht van de indianen. Een ander verhaal is dat hij probeerde te vluchten toen hij zag dat het een ongelijke strijd bleek. Hij zou op de vlucht zijn neergeschoten. Voer voor boeken en films.

Er is een smalle verharde weg boven langs het gebied waar strijd is geleverd. Overal is parkeerruimte en staan informatieborden waarop het verloop van de strijd is te volgen. Heel informatief allemaal. Sinds een aantal jaren is er een mooi monument waar de indiaanse strijders worden herdacht.

We overnachten in een plaatsje van niks; Hardin, niet ver van het slagveld

Share

Donderdag 4 september

Vandaag is de planning om Bearbutte te bezoeken en daarna door te rijden naar Devils tower. Het is een stuk minder warm, wat goed uitkomt als je naar de top van Bearbutte wilt lopen, maar er staat wel een flinke wind, ik denk kracht 6 tot 7. Bear Butte ligt vlakbij Sturgis, het stadje waar jaarlijks de wereldbekende motorrally wordt gehouden. Er staan dan zo’n 140.000 motoren opgesteld en er zijn veel evenementen. Maar hier heeft de politie alles goed in de hand. Er zijn zelden excessen en zeker geen motorbende oorlogen.

Ik schreef al eerder over deze speciale heuvel/berg. De hele groep heeft de top gehaald. Soms met hangen en wurgen door de felle wind. In het voorjaar kun je tijdens het klimmen het Lakota kamp zien, waar de voorbereidende ceremonies voor o.a. de zondans worden gehouden. Nu is alles verlaten. We bekijken nog de kleine expositie in het bezoekers centrum en rijden dan op ons gemak via een prachtige route naar Devils Tower.

Het verhaal van Devils tower – Mata Tipila, mag bij velen bekend zijn.  Hoewel, er zijn meerdere verhalen van de verschillende volken. Eén daarvan gaat over een jongen die met zijn zeven zusjes in het veld is. Plotseling verandert de jongen in een beer en wil de meisjes aanvallen. Zij vluchten en klimmen op een rots. Deze rots groeit omhoog en de beer probeert ook op de rots te klimmen. Maar dat lukt niet omdat de rots te hoog wordt. Met zijn scherpe klauwen probeert hij omhoog te klimmen maar hij zakt steeds weer naar beneden. De meisjes zijn nog steeds te zien aan de hemel als de grote beer. De beer is vermoeid een stuk doorgelopen en gaat dan op zijn rug liggen om uit te rusten en daar ligt hij nog steeds. Dat is Bear Butte.

We overnachten in een heerlijk comfortabel hotel in het mini plaatsje Hulett.

Share

Woensdag 03 september

We lopen iets achter op het schema. Vandaag zou Bearbutte dag zijn, maar dat gaat niet lukken. We moeten de Badlands nog doen. Niet alleen is het een prachtig ruig gebied, maar er loopt ook een kudde bizons rond. We hebben gisteren een kleine groep gezien, maar ik hoop zo op een kudde van 200 of 300 stuks. Het is vandaag een van de warmste dagen van de afgelopen zomer. Het kn wel 40 graden worden en dat in de Badlands…. Het wordt inderdaad heel warm, maar het wordt ook een prachtige dag. Echter…geen bizons. Oh wacht, daar staat er een en daar ook nog twee, op verrekijker afstand. Helaas speculaas. Maar we zien wel een mooie groep bighorn sheep met jongen. En tenslotte vlak voor ons een coyote. Hij kwam de (gravel) weg op, zag ons en stopte om ons eens goed te bekijken. Madou zat voorin en maakte een paar mooie plaatjes voor hij een maisveld in verdween.

Bij de toegang tot het park is het Ben Reifel visitor center. Daar is een mooie expositie over de Badlands, vanaf het ontstaan tot nu toe. Ook werden er opgravingen getoond en ook hoe ze worden bewerkt. Madou zal hier meer over schrijven.

Op de terugweg stoppen we nog even in Scenic, een ‘ghost town’ waar nog houten gebouwen uit eind 1800 staan, een gevangenis, motel, museum, e.d. Niets is meer open. Wel is er een tradingpost waar Sam Two Bulls zijn kunst tentoonstelt en verkoopt. Niet open. Dit ‘gat’ is gekocht door een kerkelijke organisatie uit de Filippijnen. Er is een beheerder/oppasser die in het dorp woont. Hij vertelt dat het weer een levend dorp moet worden en dat het weer ‘op de kaart’ moet komen. Maar wat er precies gaat gebeuren, dat wilde hij niet zeggen. Er stond ook een trailer bij de benzinepomp waar een indiaanse vrouw uit de omgeving ‘bij hoorde’. Dan is een gesprek snel gaande. Dat is hier in Amerika zo makkelijk. De mensen praten graag met je, zeker als je van ver komt.

Vanuit Scenic rijden we naar Rapid City waar we nog één nacht logeren bij Howard Johnson.

Share

Dinsdag 2 september

Nu echt naar Crazy Horse, met een korte tussenstop bij Mount Rushmore. Vanaf de weg kan je daar een prima plaatje schieten. Wel raken we auto 2 kwijt, maar we vermoeden dat hij voor ons rijdt en we bij de ingang van Crazy Horse elkaar wel ontmoeten. Maar als we daar aankomen, geen auto 2. Na een kwartiertje wachten besluiten we naar binnen te rijden en daar te wachten. Maar de entree is 28 dollar per auto en als groep met een ‘native’ gids hoeven we eigenlijk niet te betalen. We proberen de dame aan het loket uit te leggen wat de situatie is, maar ze begrijpt er niets van. Op het moment dat we dan maar willen betalen, stopt auto 2 achter ons en Darlene meldt zich. Nog steeds begrijpt de dame het niet en gaat bellen met de manager. Uiteindelijk laat Darlene haar id zien, haar enrollment kaart, waarop staat dat ze volbloed Lakota is en plotseling is het; “oh sorry, ik had niet begrepen dat u Native was”. Ja ja. Maar goed, uiteindelijk gratis naar binnen en dus meer geld over om in het restaurant en de winkel te besteden, of iets moois te kopen bij de verschillende indiaanse stands.

De geschiedenis van de bouw van dit monument is te lang om hier tussen te plaatsen, maar het plan om het te gaan ‘bouwen’ is genomen in 1939 en het zal waarschijnlijk nog wel 50 jaar of langer duren voor het helemaal af is. Het beeld van Crazy Horse wordt uitgehouwen uit een enorme granieten berg. Sommige indianen vinden het geweldig. Het zal veel groter worden dan heel mount Rushmore. Anderen vragen zich af waarom er een berg gesloopt moet worden om een enorm beeld te maken van een indiaanse leider, die zelf absoluut niet wilde worden afgebeeld.
Maar goed, het gebeurt nu eenmaal en als alles klaar is, zal het een enorm centrum zijn met scholen, een universiteit, ziekenhuis en meer. Het museum dat als eerste is gebouwd heeft een aantal prachtige collecties, gedoneerd door andere musea, universiteiten en privé personen. Zoals ik al zei, als je hier voor het eerst komt heb je een halve dag nodig voor een bezoek.

We rijden terug naar Rapid City via de Needles Highway. Een pracht rit, maar niet zo plezierig voor mensen met hoogtevrees. Maar 8000 voet is nog niets vergeleken met de 12000 voet en hoger die we nog voor de boeg hebben. Dus een goede oefening. Vanaf een uitzichtpunt is met de verrekijker prima de top van Harney peak, of Red Cloud mountain te zien. Hier heeft Red Cloud zijn visioenen gehad.

Share

Maandag 01 september

Na een prima ontbijt in het knusse restaurantje van het motel gaan we naar de bibliotheek (het ‘hoofdkwartier’ en de bibliotheek van het OLC ligt aan de andere kant van de weg), waar Darlene een presentatie zal geven over Lakota cultuur en haar eigen specialiteit; kruiden. Ik bespreek met Michelle May hoe het boeken programma werkt. Het blijkt nog steeds heel succesvol. Ik heb 500 dollar bij me voor het project, waarvoor zij speciaal voor de jonge jeugd leerboeken kan inkopen. Het zijn eenvoudige twee talige tekstboeken en boeken met plaatjes en in het Lakota de betekenis.

Na veel foto’s en knuffels gaan we op pad naar de Black Hills, maar we stoppen eerst nog een keer in Pine Ridge, bij het fitness centrum waar Bud Red Hawk de scepter zwaait. Dit centrum, met eenvoud equipment blijkt enorm succesvol. Bud is aan het trainen voor een marathon over twee weken in de heuvels. Hij vertelt over de ‘runningtrack’ die hij heeft aangelegd achter het fitness centrum. Iedere morgen loopt hij met kinderen uit de omgeving twee of drie keer de track die een lengte heeft van twee mijl. Een enorme prestatie, niet alleen van de kinderen, maar ook van Bud, dat hij die kinderen zo enthousiast kan maken. Hij is ook enorm creatief. Ontwerpt zelf de opdrukken van t-shirts en reclame posters. De NANAI geeft hem een donatie om wat kosten te dekken en de kinderen te trakteren.

Door naar de Black Hills, waar we op tijd bij Crazy Horse mountain willen zijn. Maar dat gaat niet meer lukken. We stoppen dikwijls om natuur en dieren te fotograferen, waaronder een groep bizons. De route is te mooi om snel door te rijden en voor Crazy Horse heb je een halve dag nodig. We besluiten door te rijden naar Rapid City waar we overnachten in HoJo – Howard Johnson motel. Een prima keus, behalve de twee treinen die ’s nachts door Rapid rijden en constant de hoorn op extra luid hebben staan. We eten in het Fire house, in het centrum. Een oude brandweer kazerne omgebouwd tot horeca complex. Heerlijk gegeten op een mooie plek.

Share

De Pow wow – Marije den Otter

Deze eerste dagen bezoeken we twee keer een pow wow op het Pine Ridge reservaat.Ik zou het willen omschrijven als een groot dorpsfeest met een danswedstrijd, waarbij de dansers in vol ornaat verschijnen. Prachtig zijn ze, al die tooien, de kleuren, de originele leren gewaden, het geluid van de bellen. Stiekem geniet ik ook van de drukte op de parkeerplaats, waar sommige deelnemers zich staan om te kleden in hun regalia (danskleding), en ze in hun autospiegels kijken of alles goed zit.

Bij de pow wow zitten de toeschouwers in een grote cirkel om een grasveld. De muzikanten (zangers rond de grote drum(s) vormen een deel van de cirkel, zij blijven dus buiten beeld. Het midden terrein is verlicht en daar dansen kinderen van alle leeftijden door elkaar. Het is een soort wedstrijd, maar het lijkt erop dat de kinderen na afloop met dezelfde prijs naar huis gaan, een envelop met wat dollars erin.

Alle deelnemers aan de wedstrijd zien er fantastisch uit, De volwassenen soms in prachtige authentieke kleding, maar allemaal heel kleurig. De moeders en grootmoeders van de kinderen moeten dagen aan het naaien en borduren zijn geweest om al die kleding zo uitbundig te versieren. Ik hou van kleur en het is een feest om te zien hoe dit kleurig gezelschap ronddanst.

Maar toch mis ik iets, ik mis iets op de gezichten van de toeschouwers en de oudere dansers. Ik mis trots. Op de oude foto’s vind ik dat zo kenmerkend van de indiaanse volken, de trots en het zelfbewustzijn. Hier zie ik een soort gelatenheid en al die uitbundige kleuren kunnen dat niet verbloemen.

Later op de avond klinkt uit de speakers een oproep om een gezin uit het dorp te helpen. De avond tevoren is hun huis afgebrand. Ze hebben helemaal niets meer. Meteen verschijnt er een groepje dansers in de cirkel, gevolgd door vier kinderen die een grote star quilt deken aan de vier punten dragen. Ze worden gevolgd door de getroffen familie, oma, opa, vader en moeder, met kinderen en kleinkinderen op de arm. Er wordt een emotioneel beroep gedaan op vrijgevigheid en solidariteit. ‘Geef wat je kunt missen, zij hebben helemaal niets meer’. Dan klinken de drums weer, harder en harder en de dansers dansen een wilde opzwepende dans. Er wordt gul gegeven. Als wij daar ook onze bijdrage aan leveren, wordt dat verbaasd, maar dankbaar gewaardeerd.

Wat ben ik blij dat ik dit meemaak.

Marije

Share

Vervolg 30 aug plus 31 aug

Ik zit in auto 1, geparkeerd voor het kleine visitor center bij Bear Butte. De groep is de berg op. Sommigen willen naar de top, anderen proberen zo ver mogelijk te komen. Bearbutte is de plek waar vooral de Cheyenne en Lakota ceremonies houden. Meestal in het voorjaar, ter voorbereiding op bijvoorbeeld de Sundance die in juli/augustus plaats vind. Maar ook zijn er ‘vasten ceremonies’. Vier dagen/nachten niet eten, in een tentje tegen de bergrug. Terwijl een paar honderd meter verder familie en vrienden een kamp hebben opgezet, lekkere maaltijden klaarmaken en plezier hebben. De vastende persoon doet dit bijvoorbeeld om aan het ‘Grote Mysterie’ kracht te vragen voor een vriend of familie lid in problemen. Maar als je hieraan begint, moet je dat vier, liefst opeen volgende jaren doen. Alles gaat in vieren, ook tijdens ceremonies. De Zondans bijvoorbeeld duurt ook vier dagen. De hele dag dansen in de hitte, 40 graden of warmer onder de brandende zon, zonder te eten.

Het blijkt heel moeilijk om dagelijks een verslag te schrijven. We maken lange dagen en als we dan eindelijk rond negen uur of later in het motel aankomen, is er meestal geen puf meer om aan de computer te gaan zitten. Daarbij komt dat motels wel hevig reclame maken met ‘free Wifi’, maar in de praktijk valt dat nog wel eens tegen. Soms net genoeg om even email/facebook te checken, maar dan is de verbinding alweer weg. Maar nu heb ik even tijd om wat in te halen.

We waren gebleven in Kyle op 31 augustus. De planning is om rond de middag naar de Pow wow in Porcupine te rijden, maar het weer zit niet mee. Na een paar flinke onweersbuien afgelopen avond begint de dag miezerig. We besluiten in ieder geval eerst naar Wounded Knee te rijden. Darlene is naar het motel gekomen en rijdt met ons mee. Zij kan de groep goede informatie geven. Gelukkig is het niet druk bij het massagraf, maar we worden direct aangesproken door meestal jongelui uit de omgeving die proberen iets te verkopen, of gewoon om een ‘donatie’ vragen. Ik persoonlijk vind dit irritant, maar daar kunnen anderen verschillend over denken. Beneden de heuvel staan verkoop stands en dat is prima. Vroeger was dat ook het parkeerterrein. Tegenwoordig is er een klein eenvoudig informatie centrum gebouwd halverwege de heuvel met een parkeerterrein. Dit is ook om te voorkomen dat iedereen helemaal de heuvel op rijdt naar de begrafplaats. Maar het nadeel is dat de ‘losse verkopers’ hierdoor handel missen en dus soms tussen de graven doorlopen om bezoekers aan te spreken.

We besluiten om door te rijden naar Hotsprings. De kans bestaat dat op Labourday 01 september, alle winkels gesloten zijn en de koelers moeten worden aangevuld. We kunnen dan gelijk even kijken bij het Casino bij Oglala en het schoolgebouwtje van Little Finger. Ook komen we dan langs de plek waar de shootout is geweest tussen de FBI mensen en en een groep van de AIM – American Indian Movement. De twee FBI agenten werden van dicht bij geëxecuteerd en daarvoor is Leonard Peltier verantwoordelijk verklaard en hij zit hiervoor nog steeds in de gevangenis, hoewel nooit is bewezen dat hij het heeft gedaan.

Hotsprings is een mooi stadje met veel bakstenen huizen en gebouwen. Hier is ook een tappunt van een bron, waar veel mensen heerlijk en gezond drinkwater tappen. Terug naar Kyle nemen we een andere route, die voor een deel langs de Badlands voert, maar wel over een gravel road. Bij mooi weer een prachtige rit, maar de regen van de afgelopen dagen heeft de ‘weg’ behoorlijk aangetast. We moeten voorzichtig en langzaam rijden. Het eerste deel met een prachtig uitzicht op de Badlands, maar als het donker wordt is het is het niet plezierig meer. De opzet was om voor acht uur terug te zijn in Porcupine, voor de ‘avond show’ van de pow wow, maar enkele leden van de groep zijn op en besluiten terug te rijden naar het motel (het voordeel van twee auto’s). De Pow wow gangers hebben nog een mooi staartje meegekregen en waren erg onder de indruk.

Share

Zaterdag 30 augustus

De kamers van het Fort zijn simpel, alles piept en kraakt en de bedden zijn te kort voor de gemiddelde Nederlander. Maar toch is het apart om in een kamer te slapen waar vroeger leger officieren hun bed hadden staan. Ik denk niet dat alle mensen goed hebben geslapen, maar ‘s morgens een lekker en stevig Amerikaans ontbijt doet wonderen. We hebben niet veel tijd om rond te kijken, want we moeten proberen rond de middag in Kyle te zijn om aan de festiviteiten deel te nemen. Het is zo’n 2,5 uur rijden. We lopen naar de cabins met indiaanse historie. Bij één is Crazy Horse vermoord en een in een grotere cabin zaten een groot aantal Cheyenne indianen gevangen. Zij zijn daar na de moord op Crazy Horse uitgebroken.

Doordat we wat haast hadden om te vertrekken, vergaten drie mensen, inclusief ondergetekende om de kamer sleutel in te leveren. Die moeten we nog in een envelopje doen en terug sturen, dat is wel zo netjes.

Als we om half twee in Kyle bij het Oglala Lakota college aankomen, blijkt dat de ‘grand entree’ van de pow wow is uitgesteld omdat er nog te weinig dansers zijn. Er is veel concurrentie van andere pow wows in de omgeving. Het Labourday weekend kent veel evenementen. Later zien we wel activiteiten in de ‘arena’, vooral veel kinderen in hun prachtige kleding.

Michelle May, directeur van de Bibliotheek ontvangt ons enthousiast. We krijgen een rondleiding en ze vertelt over de werkwijze en het project wat door de NANAI gesteund wordt. ’s Zomers rijdt er een bus van de bibliotheek door de dorpen op het reservaat om boeken uit te delen, vooral aan kinderen. Men is er hier ook van overtuigd dat het belangrijk is dat kinderen vroeg in aanraking komen met boeken en dat aan de kleintjes wordt voorgelezen.

Daarna gaan we Nederlandse kaas snijden voor het buffet. Ook hebben we een lading stroopwafels meegenomen die we bij de ‘zoete afdeling’ leggen. Alles vindt goed aftrek, want na afloop is er geen kruimeltje stroopwafel en geen flintertje kaas meer te vinden.

Wordt vervolgd

Share